VINU maakt gebruik van cookies om de bezoekers van onze website de best mogelijke ervaring te bieden en voor het analyseren van bezoekersgedrag waarmee we onze website kunnen verbeteren.

We trappen deze reeks over 20 jaar af met een Haagse opgave waaraan twee van onze oudgedienden werkten. VINU’er Tatjana Stenfert Kroese werkt 15 jaar bij VINU en werkt op dit moment aan de Vlietlijn, onderdeel van Central Innovation District en de Binckhorst. VINU’er Jelle Postma – 10 jaar in dienst – werkte in 2018-2020 aan CID Binckhorst. Toen ontwierp VINU mee aan een innovatieve aanpak voor gebiedsontwikkeling en bereikbaarheid. Nu is dat onze standaard. Maar -zo zien Jelle en Tatjana- we kunnen nog veel meer stappen zetten.

Toen. “Eén van de meest aansprekende locaties van Nederland om te verdichten: de ruit tussen de stations Den Haag Centraal, Holland Spoor, Laan van Nieuw-Oost Indië en Leidschendam-Voorburg.” Jelle werkte aan de MIRT-Verkenning Central Innovation District en de Binckhorst tussen 2018 tot 2020. “De opgave was om zo’n 30.000 woningen en 30.000 arbeidsplaatsen toe te voegen. Maar dan zonder dat het wegennet vast zou lopen. We hadden de wind mee vanuit het Rijk, want het Infrastructuurfonds werd toen stap voor stap omgevormd tot het Mobiliteitsfonds. CID-Binckhorst was een proeftuin voor de nieuwe spelregels van het fonds”

VINU verzorgde het onafhankelijke project- en procesmanagement namens zes opdrachtgevers: de ministeries van IenW en BZK, de Metropoolregio Den Haag Rotterdam (MRDH), provincie Zuid-Holland en gemeenten Den Haag en Leidschendam-Voorburg.

Resultaat: adaptief ontwikkelen, mobiliteitstransitie versnellen. “Het Rijk was bereid te investeren in het hele mobiliteitssysteem – van lopen en fietsen, tot OV, een goede stationsomgeving, deelmobiliteit en andere parkeernormen – om de gebiedsontwikkeling mogelijk te maken. Gelijktijdig moesten knelpunten op het hoofdwegennet en het OV worden verminderd of opgelost. Maar de ‘spelregels’ in die tijd waren nog helemaal gericht op het oude systeem van investeringen in infrastructuur,” vertelt Jelle. “We moesten dus nieuwe spelregels maken. We zijn afgestapt van de Structuurvisie, waarin je één overkoepelend plan vaststelt. En we hebben in plaats daarvan een Masterplan ontwikkeld. Geen blauwdruk, maar een pakket met maatregelen voor de mobiliteitstransitie dat fasegewijs meeloopt met de gebiedsontwikkeling. We konden zo adaptief en per fase besluiten nemen.”

Nu. Op dit moment (2024-heden) werkt VINU namens gemeente Leidschendam-Voorburg aan de Vlietlijn. VINU doet het omgevingsmanagement, coördineert input van de gemeente en zit namens de gemeente in de begeleidingsgroep van de Vlietlijn.“De twee principes die we hier hebben ontwikkeld – adaptief ontwikkelen en de mobiliteitstransitie als randvoorwaarde voor gebiedsontwikkeling – zijn nu onderdeel van hoe we in Nederland werken aan het oplossen van het woontekort en verdichting,” vertelt Tatjana Stenfert Kroese.

Namens gemeente Leidschendam-Voorburg zit Tatjana in de begeleidingsgroep van de Vlietlijn: “Ik vind het leuk om deze keer aan de andere kant van de tafel te zitten. Meestal heb ik een rol in het MIRT-projectteam, dus ik weet wat er nodig is om voortgang te boeken in het project. Nu vertegenwoordig ik het belang van een kleinere gemeente en spreek ik veel inwoners. Het helpt dat we in het project niet alleen kijken naar de tramlijn, maar ook naar inrichting van de ruimte om leefbaarheid te vergroten.”

Toen VINU in 2018 begon met dit traject was de Binckhorst nog een groot industrieterrein in het hart van Den Haag. Inmiddels zijn er veel woningen én bewoners bijgekomen. “Eén van de belangrijkste lessen voor participatie: wat je erin stopt haal je er ook uit. Met de input van bewoners kom je tot een beter plan.”

Lessen voor later. Jelle ziet de stevige koppeling tussen wonen en bereikbaarheid als stap 1. “We zijn nu toe aan de volgende stap: de koppeling tussen wonen, economie, recreatie, natuur en bereikbaarheid. VINU heeft gewerkt aan Amsterdam Bay Area, waarbij we dat in MIRT-verband hebben uitgedacht. Dat is opnieuw pionieren. Er zitten schotten tussen de verschillende beleidsdomeinen, de mensen daarachter én de financiële stromen. Maar we weten ook dat we met elke euro die we uitgeven meerdere maatschappelijke doelen moeten dienen.”

071 364 8968
Verstuur bericht
Verstuur bericht