VINU maakt gebruik van cookies om de bezoekers van onze website de best mogelijke ervaring te bieden en voor het analyseren van bezoekersgedrag waarmee we onze website kunnen verbeteren.

Het nieuwe kabinet zet een streep door het Nationaal Programma Landelijk Gebied en ook het Transitiefonds is komen te vervallen. Maar de wettelijke doelen op het gebied van natuur, water, klimaat en stikstof staan nog overeind. Hoe zet je als provincie samen met andere gebiedspartners tóch stappen in deze onzekere tijd? In het gebiedsproces Noordelijke Vechtstreek lukt het om toch toe te werken naar concrete resultaten.

Agrarische structuurverbetering in gebiedsproces Noordelijke Vechtstreek

We zitten midden in de doorontwikkeling van het landelijk gebied. Agrarische ondernemers staan gesteld voor uitdagingen op het gebied van stikstofregelgeving, de afschaffing van de derogatie en de kaderrichtlijn water.

Het gebiedsproces Noordelijke Vechtstreek werkt aan oplossingen die de agrarische structuur versterken – tegelijkertijd worden opgaven rond stikstofreductie, het tegengaan van bodemdaling en het verbeteren van de natuurkwaliteit aangepakt. Dit gebiedsproces kent een langere historie. Toen de A1 verbreed werd bij Amsterdam, is het Groene Uitweg-programma gestart ter compensatie. Dat programma verbindt projecten voor landbouw, natuur en recreatie en de provincie bracht zo’n 85 hectare grond in. Uitgangspunt is dat de Noordelijke Vechtstreek agrarisch kerngebied blijft, onder andere LTO zit in een begeleidingsgroep die toeziet op het proces.

Grond en stikstofreductie als sleutel voor succes

Die inzet van provinciale gronden én ruimte in een stikstofvergunning blijken cruciale puzzelstukken: zo lukt het gebiedspartners om gedragen stappen te maken in de doorontwikkeling. VINU-er Bart Gerrits is procesmanager namens de provincie Noord-Holland. Hij trekt nauw op met team grondzaken van de provincie en stichting STIVAS. “Samen hebben we gekozen voor een open aanpak: we hebben een openbare oproep gedaan aan agrarische ondernemers en andere geïnteresseerden om plannen in te dienen die passen bij de doelen voor het gebied,” vertelt Bart. “Door de openbare inschrijving mét vooraf gepubliceerde spelregels is het proces ‘Didam-arrest’[1] proof.

“We hebben 46 inschrijvingen binnengekregen – een hele mooie score. Maar dat maakt wel dat we keuzes moeten maken. Als we het gebied in 46 stukjes opknippen, dan ontstaat geen robuuste agrarische en groenblauwe structuur in het gebied.” De plannen worden niet alleen beoordeeld op het beoogde resultaat, maar ook op beheer. “We vragen geïnteresseerden voor NNN-realisatie om een beheerplan te schrijven. De maker van het beste plan mag provinciale gronden aankopen tegen de getaxeerde waarde. Zo kijken we naar de lange termijn.”

Er is ook veel animo voor de aanbieding van stikstofruimte, vertelt Bart. “We willen die ruimte toekennen aan initiatieven die veel stikstof reduceren en tegelijkertijd de agrarische structuur verbeteren.”

Managen in onzekere tijden

Het is mooi om agrarische ondernemers in deze moeilijke tijden perspectief te kunnen bieden en daarnaast open te staan voor kansen om de natuur te versterken. Bart: “Ik vind het heel gaaf om te zien met wat voor energie en plannen agrariërs komen, ze gaan er echt voor.”

“Ik zie ook dat de onzekerheid rondom PAS[2] melders, de inzet van stikstofruimte en de koers vanuit het Rijk frustrerend is. Het maakt het echt lastig om snel stappen te kunnen zetten in het gebied. Daarom ben ik trots op dit project – het laat zien dat agrariërs graag willen pionieren en dat de overheid ook heel creatief kan optreden. Eind 2024 sluiten we hopelijk verschillende koop- en ruilovereenkomsten. Dan is dit gebiedsproces bijna ten einde, maar dan zien we het gebied zelf als het goed is opbloeien.”


[1] Het Didam-arrest gaat over de uitspraak van een zaak in Didam waarin overheden niet een-op-een vastgoed of grond mogen verkopen aan partijen vanuit het gelijkheidsbeginsel.

[2] Programmatische aanpak stikstof


071 364 8968
Verstuur bericht
Verstuur bericht