Het was 7.00 uur ‘s morgens, hartje Leiden en vier graden onder nul. Ik opende mijn slaperige ogen en zag door de mist de schoorsteentoren van de Leidse Energiecentrale. In de nacht van 30 november en 1 december sliep ik met een aantal andere professionals en ex-cliënten van de daklozenopvang in de buitenlucht om geld in te zamelen voor Sheltersuits voor de daklozenopvanglocatie in Leiden.
Vooraf leek mij dit een toepasselijke en luchtige afsluiter van vier jaar hard werken aan de ontwikkeling van een nieuwe regionale daklozenopvang in Leiden. Het liep anders. Deze koude nacht veranderde mijn perspectief op de opdracht. Het ontwikkelen van een daklozenopvang is een project van uitersten.
Stelletje yuppen
“Waarom heet het hier een dakloze-opvang? Er zit toch gewoon een dak op?” Een van de grappen van cliënten die ik hoorde de afgelopen jaren. De humor, ruwheid, originaliteit van de cliënten trokken mij aan. Ook het samenwerken met de cliëntenraad en de professionals van stichting de Binnenvest boeide me erg. Hun ervaringsverhalen uit de huidige opvang, waar ze soms op de gang moesten slapen, lieten mij een harde kant van de samenleving zien. De noodzaak voor een nieuw onderkomen werd me steeds duidelijker de afgelopen jaren. In de nacht van de Sheltersuits, toen we ons in de vrieskou met een groep klaarmaakten voor een overnachting in de buitenlucht, brachten een aantal cliënten van de opvang en andere mensen die buiten op straat waren ons een bezoekje. Eén van hen trof mij met zijn vraag en opmerking: “Denken jullie dat het fijn is om buiten te slapen? Jullie gaan straks allemaal weer naar jullie dikke huizen toe, stelletje yuppen”. Een antwoord op zijn vraag bleef uit vanuit de groep. Maar zijn vraag en implicatie bleven mij bij. In hoeverre is mijn verbondenheid met de doelgroep oprecht?
Taal van de zorg
De eerste uren van de koude nacht kon bijna niemand de slaap vatten. We bespraken met elkaar hoe complex het was om de nieuwe locatie te ontwikkelen met verschillende vakgebieden. Huisvesting voor daklozen maak je voor een groep mensen die het nodig heeft. Ze hebben vaak meervoudige psychische, verslavings- en/of lichamelijke problemen en geen middelen voor een andere slaapplek. En op straat slapen in de kou kan fatale gevolgen hebben.
De sociale professionals die helpen bij de ontwikkeling van een nieuw gebouw denken en handelen vanuit het belang van de cliënten en van de zorgverleners. De voorzieningen voor deze mensen zijn specifiek en belangrijk voor het welzijn en veiligheid van de cliënten. Wandelgangen moeten bijvoorbeeld breed genoeg zijn om al te veel confrontaties tussen cliënten te voorkomen. De wc’s mogen geen onoverzichtelijke hoekjes hebben waar men zichzelf of andere dingen in kan verstoppen. Daarnaast is er landelijk beleid dat streeft naar privé-opvangplekken in plaats van slaapzalen.
Taal van het vastgoed
Aan de andere kant gaat het om vastgoedontwikkeling waarbij geld, vierkante meters, rendementen en afschrijvingstermijnen sturend zijn. Het gebouw moet immers voor 50 jaar worden geëxploiteerd. En wie dekt de risico’s als de daklozenopvang in de tussentijd misschien verdwijnt of van vorm verandert? Tel daar de verschillende financieringsbronnen bij op: het Rijk, de regio, de gemeente en de woningbouwcorporatie – en je hebt een groot zakelijk, bureaucratisch plan voor je liggen. De taal van de zorg en van het vastgoed zijn verschillend. De gesprekken om tot een gedragen Programma van Eisen en een schetsontwerp voor het gebouw en de omliggende straten te komen, leverden veel dilemma’s op. Zoals het vraagstuk over een veilige buffertuin voor cliënten om uit te kunnen razen en een sigaret te roken, of de integratie van de daklozenopvang met het nieuwe Energiepark voor alle Leidenaren. En wat weegt zwaarder: een open gebouw voor een sociaal veilige buurt, of de privacy van de cliënten?
180 graden anders
Uiteindelijk werden we, diep in de nacht, toch stil van de slaap. Ik hoorde de geluiden van de stad op de achtergrond en verzonk in gedachten. De huidige daklozenopvang zit in hetzelfde gebied als de toekomstige locatie, 50 meter verderop. De basisfilosofie van de nieuwe opvang wordt echter 180 graden anders. Deze komt midden in de buurt, tussen de gewone woningen en voorzieningen aan de Langegracht.
De huidige locatie ligt in een hoek van het Energiepark. Het gevolg daarvan is dat het park momenteel alleen wordt gebruikt door de cliënten van de opvang. Het gebied staat vol hekken om de overlast voor de buurt te minimaliseren. De nieuwe plannen zorgen voor spanningen, vanwege incidenten en overlastsituaties uit het verleden. Met structureel veiligheidsoverleg (zorginstelling, politie, handhaving, bewonersgroepen, beheerafdeling van de gemeente en het ontwikkelteam van het Energiepark) proberen we de nieuwe situatie stapsgewijs te introduceren.
Project van uitersten
Ik viel uiteindelijk in slaap en werd pas wakker toen de meesten van de groep hun slaapspullen al hadden opgeruimd en waren vertrokken. Ook ik moest gaan; de dag op de daklozenopvang ging van start. En daarna zou ik naar mijn warme yuppenhuis gaan; dat realiseerde ik me des te meer. De nacht liet me beseffen dat mijn verbondenheid met de cliënten en het project niet zozeer voortkomt uit iets goed willen doen voor de minderbedeelden of uit medeleven voor hen, maar meer vanuit interesse in de grote verschillen in benadering bij het realiseren van deze locatie. De zorgprofessionals die vanuit het welzijn van hun cliënten denken, versus de vraagstukken rondom financiën en sociale veiligheid. Dat is waarom dit project mij bijblijft. Het was een nacht vol reflectie en uitersten: zowel op straat, als in mijn hoofd.
Eind maart werd het schetsontwerp de opvang vastgesteld door de Leidse gemeenteraad, als onderdeel van de gebiedsontwikkeling Energiepark in het centrum van Leiden. Zie onderstaande links:
Schetsontwerp voor deelgebied E goedgekeurd – Energiepark Leiden
Interessante en gevarieerde presentatie locatie PLNT/De Sleutels – Energiepark Leiden